Rapportering

Hoe en wat wordt er geëvalueerd in het vak bewegingsopvoeding? Tweemaal per jaar (met Kerst en voor de grote vakantie) krijgen de kinderen het rapport bewegingsopvoeding mee. Hiermee willen we de leerlingen volgen in hun motorische ontwikkeling alsook in hun algemene houding tijdens sport- spel- en speelsituaties. Sport is immers het middel bij uitstek om naast de fysieke conditie, heel wat sociale en andere vaardigheden te ontwikkelen. Voor de prestaties is het in de eerste plaats de bedoeling om de leerlingen te beoordelen vanuit hun eigen beginsituatie. Niet iedereen is immers even sportief, elk kind heeft zijn eigen talenten. Wat voor het ene kind een goede prestatie is, kan dus voor iemand anders minder goed zijn. De prestaties worden dan ook best niet met anderen vergeleken. Waar mogelijk (vb resultaten duurlopen, hoogspringen, verspringen, zwemafstand,...) vergelijk je best met de eigen voorgaande prestaties. Ook de houding en de sociale vaardigheden worden geëvalueerd. Sport leent zich immers uitstekend om bepaalde vaardigheden zoals oa. doorzettingsvermogen, inzet, fair-play, samenwerking, ... te ontwikkelen. Een achttal vaardigheden komen aan bod. Die zijn heel belangrijk in de ontwikkeling van het kind. Meer uitleg over ons rapportje vind je echter op de achterzijde van het rapport.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten